© 1626 - 2024 door een dorpsgenoot
Verhalen
1671 - Het vlagincident met “De Merlin”
Op 24 augustus 1671 voer het Engelse Koninklijke jacht de HMS Merlin door de vloot van de Republiek, die ter hoogte van Den Brielle voor anker lag. Aan boord was, Dorothy Osborne, de echtgenote van de Engelse gezant in de Republiek, Sir William Temple. Volgens verdrag van 1663 moeten Nederlandse oorlogsschepen de Engelse oorlogsschepen begroeten met saluutschoten en het neerhalen *) van de vlag. Op het moment, dat “De Merlin” passeert was de “Zeven Provinciën”, het vlaggenschip van De Ruijter, gekrengd **) en daarom niet in staat om het saluut te geven. Van Ghent, op “De Gouden Leeuw” (90 kanons), neemt de honneurs waar en lost de saluutschoten, even later bijgevallen door De Ruyter, die in alle haast zijn vlaggenschip heeft rechtgelegd. “De Merlin”, echter, lost een aantal schoten met scherp gericht op “De Gouden Leeuw”. Van Ghent stuurt eerst zijn kapitein per sloep naar “De Merlin” om opheldering te vragen, maar gaat zelf in tweede instantie, ook om de vrouw van de Engelse gezant te begroeten, die hij persoonlijk kent. Kapitein Carrou van “De Merlin” eist van Van Ghent dat deze zijn vlag laat neerhalen, maar Van Ghent betoogt dat dit alleen gebruikelijk is bij de begroeting van oorlogsschepen en zijns inziens is “De Merlin” geen oorlogsschip. Hij stelt de Engelsen voor de kwestie aan de Staten-Generaal voor te leggen en keert terug naar “De Gouden Leeuw”. “De Merlin” vervolgt haar tocht naar Engeland. Het incident leidde tot scherpe protesten van Engelse kant. Al na enkele dagen ontvangen de Hoogmogende Heeren Staten Generaal de eerste brieven van den heer Johan Boreel, ambassadeur in Engeland, met de Engelse grieven en verontwaardiging. Naderhand eiste de Engelse gezant George Downing van de Staten-Generaal dat Van Ghent gestraft zou worden voor zijn handelswijze. ***)  De Staten-Generaal wezen zijn eis af. Het vuur onder dit conflict werd door de Engelsen warm gehouden en leidde uiteindelijk mede tot de oorlogsverklaring van april 1672. Meerdere geschiedschrijvers hebben gesteld dat het hele vlagincident met “De Merlin” door de Engelsen met opzet geprovoceerd was. In de biografie van Michiel de Ruijter ****) lezen we een verschil in nuance. Uit de wijze van vlagvoering van “De Merlin” kon men afleiden dat een hooggeplaatst persoon aan boord was. Saluutschoten waren daarom gepast. Binnen de kustwateren van de Verenigde Nederlanden zou het begroetingsritueel voor oorlogsschepen volgens het verdrag niet van toepassing zijn; men was immers niet in Britse wateren. De Ruijter vroeg opnieuw aan de Staten Generaal om duidelijke instructies. _______________ *) De vlag neerhalen is een teken van respect. De vlag strijken, zoals veelvuldig in de geschiedschrijving over dit incident geformuleerd, is een teken van overgave. Reacties van enkele volgers van onze Koninklijke Marine: “de eerste formulering is juist: vlag neerhalen. De vlag strijken kan niet: wij geven ons nooit over”. **) Gekrengd: door gewichtsverplaatsing op de zij gelegd, om de romp onder de normale waterlijn schoon te maken. ***) In de memorie van den ambassadeur Sir George Downing van den 12den Januari 1672 eischte deze zelfs, dat van Ghent “voorbeeldelyk gestraft moest worden, om anderen af te schrikken van diergelyk wangedrag" (Warnsinck, 1934) ****) Gerard Brandt, “Het leven en bedryf van den heere Michiel de Ruyter”. 1687, De Forel, Nieuwendijk ISBN 90 6103 4019, uitgave 1971. Blz 631-636.